De bovenbouw heeft in drie stappen kennis gemaakt met het debat. Eerst een oefening 'uhm-zeggen' (of eigenlijk juist niet, want dan was je af), daarna argumenten verzinnen en vervolgens tien minuten in debat over de stelling: "alle stoplichten in Nederland moeten rood-wit-blauw worden". Na een interventie van één jury-lid met als suggestie om de stoplichten in de helft van Nederland zo te laten en de rest te veranderen, barstte het debat pas echt los.
Een onpartijdige jury oordeelde dat team 2 de beste argumenten had en het beste was in het taalgebruik, maar team 1 het beste was in het weerleggen van argumenten en het beste in stemgebruik: 1-1 dus?! Zelfs na het oordeel van de jury werd er nog volop door gedebatteerd. Op verzoek volgende week een spannend vervolg om de jury ook te laten debatteren en de deelnemers te laten jureren...
De middenbouw vroeg zich eerst af wie er letters had bedacht, maar dit werd al snel de vraag waarom er eigenlijk letters zijn. Bedacht werd dat het lastig is om de weg te weten als je geen borden hebt met 'afslag Den Haag', dat je flink in de problemen komt als je denkt dat het Egyptische getal voor 5 (de 0) 'gratis' betekent en je dus zomaar tomaten meeneemt op de markt en dan ook de taal van de Egyptische politie niet spreekt! Daar vonden ze al snel een oplossing voor: gebarentaal. Maar betekenen gebaren in ieder land hetzelfde?
Voor deze kleuters was het alweer de laatste les en hierover hadden ze gemengde gevoelens. We hebben twee picknickende knuffels een koek 'eerlijk' laten verdelen. Alle kinderen wisten precies aan te geven wanneer het eerlijk was. Maar de beer was toch groter dan de das? Ok, nog een klein beetje meer voor de beer. En als de beer nu net uit zijn winterslaap komt, terwijl de das net een ontbijt achter zijn kiezen heeft? Dat leverde de beer een royale portie op van de reeks geslonken berg met stukjes koek (die tersluiks links en rechts in mondjes verdwenen waren...).
Marianne Scheeper
