De midden- en bovenbouwkinderen hebben nagedacht over wat je wel en niet kunt tellen: nee, het zand op het strand van Den Haag bleek een brug te ver, zelfs het deel dat ik voor de gelegenheid had meegenomen in een pot. Ook water kun je niet tellen, want vele druppels worden één grote. De meningen waren verdeeld over het tellen van de inhoud van het lege doosje: dit kon je wel tellen (1x niks of 1x lucht in het algemeen) of was het toch ontelbaar? Geïnspireerd door deze voorzet ging iedereen in groepjes aan de slag met het bedenken van een filosofische vraag. Eerst hebben we gekeken welke vragen niet of minder filosofisch waren en waarom niet. Zowel de 'oude' als 'nieuwe' kinderen gaven argumenten. Daarna hebben we alvast gestemd voor de vraag van volgende week voor de nieuwe groepen.
Marianne Scheeper (moeder van Gijs, groep J)